‘Sturen op output’ is een veel gehoord begrip binnen Het Nieuwe Werken. Als je als leidinggevende maar op een concreet doel stuurt en de mensen daarbij los laat, dan wordt het Nieuwe Werken een succes. Een misverstand als je het mij vraagt.
Output als borrelpraat
Het woord ‘output’ is een zakelijke term en duidt op een concreet en meetbaar resultaat, vaak in cijfers uitgedrukt. Met sturen op output, stuur je dus op basis van een meetbaar resultaat. Op zich is het nuttig om doelen concreet te maken. Maar wat nog belangrijker is dan het concrete doel, is de motivatie die mensen voelen om het doel neer te zetten.
Hoe zou het zijn als je op een feestje over je werk vertelt en de ander vraagt je: “wat is de output die je moet leveren?”. Gaan dan je ogen glinsteren en vertel je enthousiast over je target cijfers? Of stap je liever over op een ander onderwerp? Waarschijnlijk dat laatste. Output op zich is niet motiverend.
Win-win – sturen op output op basis van motivatie
Wat motiveert is een inspirerend en helder doel dat je voor je kan zien. Een doel waarvan duidelijk is wat het belang ervan is en wat jouw persoonlijke bijdrage daarin is. Dan wordt het een zin-vol doel waar je zin in krijgt.
Motiveren staat voor ‘in beweging brengen’. Je komt als vanzelf in beweging om het gestelde doel daadwerkelijk in de praktijk neer te zetten.
Om tot een motiverend doel te komen is het nuttig om je in de drijfveren en talenten van de werknemer te verdiepen. Onderzoek dan samen hoe je deze inzichten kan omzetten naar een passend functioneel doel. Maak het aansprekend en kijk vervolgens hoe je het doorvertaalt naar heldere en concrete output.
Nu is het ook makkelijker loslaten. De werknemer komt in beweging, heeft er zin in en weet wat hem te doen staat om tot een goed resultaat te komen. Je kunt erop vertrouwen dat het doel wordt gerealiseerd. Een duidelijke win-win situatie.